crisisgebied

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  crisisgebied    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cri·sis·ge·bied

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  crisis zn  en  gebied zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	crisisgebied	crisisgebieden
verkleinwoord	crisisgebiedje	crisisgebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het crisisgebied o

1. deel van de wereld waar een noodsituatie heerst

   ▸ Ik weet dan nog niet dat de Pjotr Alabin tijdens de Tsjernobyl-ramp in het crisisgebied als ziekenhuisschip heeft gediend en mogelijk is blootgesteld aan radioactieve straling.

   ▸ Oekraïne en de separatisten ruziën nog wel over andere punten. Zo zegt Kiev dat de rebellen controles door OVSE-waarnemers dwarsbomen. Afgesproken was dat de OVSE de vorderingen in het crisisgebied zou monitoren.

Afgeleide begrippen

• postcrisisgebied

Gangbaarheid

• Het woord crisisgebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.