criminalisering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cri·mi·na·li·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord criminalisering criminaliseringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de criminaliseringv

  1. het bij wet verklaren dat bepaalde handelingen verboden zijn en door de rechter bestraft kunnen worden en dat degene die die handeling verricht een misdadiger is
     Hij was bovendien, tot enthousiasme van de seksliberalen, ook tegen de criminalisering van bepaalde gedragingen, zoals politiek rechts door wilde voeren.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496