creool
Uiterlijk
- cre·ool
- van Frans créole, in de betekenis van ‘iem. van gemengd bloed’ voor het eerst aangetroffen in 1740 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | creool | creolen |
verkleinwoord | creooltje | creooltjes |
de creool m
- in Latijns-Amerika geboren nazaten van een samensmelting van Afrikaanse slaven en mestiezen (Spaans en Indiaanse vermenging)
- (kleding) grote oorring
1. in Latijns-Amerika geboren nazaten van een samensmelting van Afrikaanse slaven...)
- Het woord creool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "creool" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ creool op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "creool" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %