creëren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- creë·ren, cre·eren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘scheppen’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1]
- afgeleid van het Franse créer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
creëren |
creëerde |
gecreëerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
creëren
- overgankelijk iets nieuws maken, iets scheppen
- Hij creëerde daarmee een geheel nieuwe stijl.
- Door de ontwikkeling van de PC is een geheel nieuwe bedrijfstak gecreëerd.
- ▸ Het creëren van een slaapplek voor zeven personen viel nog niet mee. Na veel passen en meten werd duidelijk dat we om en om op onze zij moesten gaan liggen. Omdat het toen nog steeds te krap was, moest één jongen zittend in de hoek gaan slapen.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iets nieuws maken, iets scheppen
Gangbaarheid
- Het woord creëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "creëren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "creëren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ creëren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %