cowgirl

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

cowgirl
Uitspraak
Woordafbreking
  • cow·girl
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord cowgirl cowgirls
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cowgirlv

  1. koehoedster uit het Wilde Westen of iemand die zich als zodanig heeft verkleed
    • De cowgirl is terug! En dat betekent cowboylaarzen - vergeet vooral de hagelwitte enkellaars niet - geruite capes, franjes aan jassen en geblokte overhemden. En natuurlijk mag een goede jeans als basis niet ontbreken. [1] 
    • Onze tafel is snel gewezen en de glazen zijn snel gevuld. Door cowboys en cowgirls, trouwens. Ja, de gastheer en -vrouw die hier solliciteren, zullen zich moeten schikken naar de ietwat carnavaleske dresscode van het huis. [2] 
    • De Toppers maakten vrijdag bekend dat ze stoere cowboys, sexy cowgirls, sheriffs en indianen op de tribunes verwachten, uitgedost met cowboyhoed, cowboylaarzen of indianentooi. [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf KIM QUERFURTH 22 sep. 2018 Prints, kleuren en ruiten... Dit wordt geen saaie herfst!
  2. Tubantia 11-01-17 Comboytje spelen in de polder
  3. De Telegraaf 02 dec. 2016 Toppers kiezen Wilde Westen als thema
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be