countert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- coun·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
counteren |
countert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van counteren
- Jij countert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van counteren
- Hij countert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van counteren
- Countert!
Gangbaarheid
- Het woord countert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.