coulance

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cou·lan·ce
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coulance coulances
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de coulancev

  1. neiging om bepaalde regels minder streng te toe te passen dan formeel eigenlijk nodig zou zijn
    • VluchtelingenWerk Nederland vindt dat er „iets” moet veranderen binnen het huidige inburgeringsbeleid. „Het inburgeringsprogramma is geen doel maar een middel”, zegt directeur Dorine Manson. Meer „coulance” en „effectiviteit” zijn gewenst. „Dit soort problemen draagt er niet toe bij dat de grote aantallen vluchtelingen die hiernaartoe zijn gekomen, op een goede manier integreren.”[3] 
    • Overstappen van justitie naar de advocatuur is in de VS niks ongewoons, al is het maar omdat de advocatuur aanzienlijk beter betaalt. Het is mede de oorzaak van het typisch Amerikaanse verschijnsel dat een bedrijf, zodra het een misstand ontdekt, onmiddellijk een groot intern onderzoek laat uitvoeren en daarna met een rapport vol bewijsmateriaal naar de instanties stapt, in de hoop op coulance. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. coulance op website: Etymologiebank.nl
  3. NRC Milo van Bokkum Arjen Schreuder 5 april 2017
  4. NRC Chris Hensen 9 december 2016
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

enkelvoud meervoud
coulance coulances

Zelfstandig naamwoord

coulance

  1. coulance, inschikkelijkheid, ruimhartigheid


Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  coulance     la coulance     coulances     les coulances  

Zelfstandig naamwoord

coulance v

  1. coulance, inschikkelijkheid, ruimhartigheid