corrumpeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·rum·peer·de

Werkwoord

vervoeging van
corrumperen

corrumpeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van corrumperen
    • Ik corrumpeerde. 
    • Jij corrumpeerde. 
    • Hij, zij, het corrumpeerde.