correspondentschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·res·pon·dent·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord correspondentschap correspondentschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het correspondentschapo

  1. het correspondent zijn
  2. de aanstelling als correspondent
     Later kreeg hij een relatie met schrijfster Hannah van Wieringen, voor hem reden om geen nieuw correspondentschap aan te gaan. Hij kon namens de NOS naar China of Rusland, maar ging samenwonen in Amsterdam.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron
    Leon van Wijk
    “Janine Abbring smoorverliefd op presentator Nieuwsuur Jeroen Wollaars” (08-04-2022), Tubantia