corrector
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cor·rec·tor
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van corrigeren (met het voorvoegsel cor-) met het achtervoegsel -or
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | corrector | correctoren correctors |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die drukproeven verbetert
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van correctrice
Gangbaarheid
- Het woord corrector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "corrector" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel cor- in het Nederlands
- Achtervoegsel -or in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %