coronaal
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·ro·naal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | coronaal |
verbogen | coronale |
Bijvoeglijk naamwoord
coronaal
- (anatomie) alsof je het lichaam frontaal aankijkt
- (taalkunde) (van een medeklinker:) gearticuleerd met het flexibele voorstuk van de tong
Gangbaarheid
- Het woord coronaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "coronaal" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -aal in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 50 %
- Prevalentie Vlaanderen 67 %