corona-epidemie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- corona-epidemie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | corona-epidemie | corona-epidemieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
corona-epidemie v
- (medisch) een virusepidemie waarbij een coronavirus zich snel verspreidt onder een grote groep van mensen
- De corona-epidemie begon in december 2019 in China.