convocatie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: convocatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·vo·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenroeping’ voor het eerst aangetroffen in 1586 [1]
- Naamwoord van handeling van convoceren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | convocatie | convocaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- bijeenroeping van een vergadering
- convocatiebriefje
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord convocatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "convocatie" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "convocatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ convocatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be