conventioneel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ven·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘traditioneel’ voor het eerst aangetroffen in 1668 [1]
  • afgeleid van conventie met het achtervoegsel -eel (met het voorvoegsel con-) [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen conventioneel conventioneler conventioneelst
verbogen conventionele conventionelere conventioneelste
partitief conventioneels conventionelers -

Bijvoeglijk naamwoord

conventioneel [3]

  1. (medisch) wat door het vaste gebruik bepaald is
  2. stijf en formeel
  3. conventionele wapens: alle wapens behalve de atoomwapens, de biologische wapens en de chemische wapens
     Want als de Russen ons alleen binnen zouden proberen te vallen met conventionele wapens, zoals in Hongarije, dan zouden ze een pak slaag krijgen. Ons jachtvliegtuig zou die van hen uitschakelen, onze gevechtsvliegtuigen zouden alle invasiepogingen de kop indrukken.[4]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen