controleuse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: controleuse (hulp, bestand)
- IPA: / kɔntroˈløsə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- con·tro·leu·se
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans contrôleuse, op te vatten als afgeleid van controleren zn met het achtervoegsel -euse
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | controleuse | controleuses |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de controleuse v
- (beroep) vrouw die nagaat of aan gestelde eisen wordt voldaan en maatregelen neemt als dat niet zo is
- ▸ Ook had ik graag, desnoods in een voetnoot, de naam vermeld gezien van Madame X, een anonieme controleuse die in de jaren vijftig en zestig langs de filialen trok en haar bevindingen rapporteerde aan Zaandam. Madame X ging in haar observaties tamelijk ver. Zij noteerde bijvoorbeeld dat een filiaalhouder een erg rode neus had en dat hij zijn mond bij het afwegen van grutterswaren niet helemaal gesloten hield.[1]
- ▸ Een jaar geleden gebeurde het me ook. Op de tram gestapt, kaart klaar, vergeten te stempelen. Daar komt de controle: een Surinaamse en een Indonesische controleur, een Surinaamse controleuse en een witkop.[2]
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van controleur
Gangbaarheid
- Het woord 'controleuse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Peter Zwaal“Albert Heijn werd dominant in een ingewikkeld krachtenveld” (3 augustus 1995) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron van Lennep“Openbaar” (16 november 1991) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -euse in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal