controleerbaarheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tro·leer·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord controleerbaarheid controleerbaarheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de controleerbaarheidv

  1. het toetsbaar zijn van iets of iemand
     De International Chamber of Shipping, de internationale redersvereniging, noemt het voorstel gedurfd en prijst de haalbaarheid en controleerbaarheid ervan.[2]
     In sommige steden gelden al strenge regels voor verkamering. Gemeenten moeten hiervoor een vergunning geven. Maar het opkoopverbod moet gemeenten helpen beleggers helemaal te blokkeren. De controleerbaarheid van de maatregel zal volgens Boelhouwer weinig problemen opleveren.[3]
     Wel stelt de Vereniging Nederlandse Gemeenten in de Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen (.pdf) dat waakzaamheid is geboden als politieke ambtsdragers grond of onroerend goed aankopen. "Zorgvuldigheid, openheid en controleerbaarheid zijn hier sleutelwoorden", schrijft de vereniging.[4]
  2. de mate waarin iets of iemand beheersbaar is
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Initiatief zeevaartsector voor snelle verduurzaming schepen” (Woensdag 18 december 2019, 08:15), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “'Steden willen al snel beleggers verbieden huizen op te kopen'” (Maandag 31 mei 2021, 09:45), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Vragen over aankoop huis door burgemeester Maastricht” (Vrijdag 6 september 2019, 11:19), NOS