continuproces

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ti·nu·pro·ces
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord continuproces continuprocessen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het continuproceso

  1. (industrie) productie die zonder onderbreking verloopt
     „Onze mensen vinden dit prachtig”, zegt Karsemeijer. „Matzes bakken is een continuproces, theebeschuit is puur ambacht. Het rijzen van het meel en het bakproces gaat bij beschuit heel anders en kost minstens een dag tijd. Daarom mogen theebeschuitjes ook onderling een beetje van vorm verschillen. En de geur in deze bakkerij is ook veel lekkerder.”[1]
  2. iets wat blijvend aandacht nodig heeft
     „Het is een continuproces in een grote en complexe branche met veel bedrijven. We zijn er nog lang niet, maar we maken wel steeds kleine stapjes.”[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron “Achterhoekse theebeschuit, nu made in Twente” (02-09-2016), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron “‘Steeds meer aandacht voor veiligheid in bouwwereld’” (26 november 2020), Reformatorisch Dagblad