continue

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ti·nue

Bijvoeglijk naamwoord

continue

  1. verbogen vorm van de stellende trap van continu

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tin·ue
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continuare, dat van het Latijnse woord continuus komt, het voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord continere (con + tenere).
  • Engels weerkwoord met het voorvoegsel con-.
Naar frequentie 320
vervoeging
onbepaalde wijs to  continue 
he/she/it  continues 
verleden tijd  continued 
voltooid
deelwoord
 continued 
onvoltooid
deelwoord
 continuing 
gebiedende wijs  continue 

Werkwoord

continue

  1. aanhouden
  2. beklijven
  3. bestendigen
  4. blijven doorgaan
  5. continueren
  6. doorgaan
  7. doorlopen
  8. duren
  9. standhouden
  10. verder gaan met
  11. verdergaan
  12. vervolgen
  13. voortduren
  14. voortgaan
  15. voortzetten
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Frans

Werkwoord

vervoeging van
continuer

continue

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van continuer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van continuer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van continuer