contextgebonden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·text·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen contextgebonden contextgebondener contextgebondenst
verbogen contextgebondenste
partitief contextgebondens contextgebondeners -

Bijvoeglijk naamwoord

contextgebonden

  1. afhankelijk van de tijd en plaats
     Artikel 36 is niet contextgebonden: Een commissie van wijze mannen moet zich buigen over hertaling van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, zo klonk het recent. Nee, zegt drs. P. H. op ’t Hof, want de belijdenis moet niet steeds in de context van de tijd worden geplaatst, bovendien kan alleen de kerk de belijdenis aanpassen.[1]
     En uiteraard zijn die kwaliteitsnormen contextgebonden, namelijk geldend voor onze tijd en plaats: de westerse muziek zoals die zich in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld.[2]
     In het licht van het donderdag gepresenteerde kennisrapport over ouderen met een doodswens kan die haastige spoed achteraf niet alleen als voorbarig, maar ook als roekeloos worden omschreven. Ja, er zijn niet ernstig zieke ouderen met een persisterende doodswens die hulp bij zelfdoding op prijs stellen. Maar hun doodswens is situatie- en contextgebonden, veelal niet onomkeerbaar en bijna altijd uiterst ambivalent.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron “Artikel 36 is niet contextgebonden” (12 april 2005), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron “Dirk Zwart (V, slot)” (31 mei 2010), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron “Een halve pil van Drion bestaat niet” (31 januari 2020), Reformatorisch Dagblad