contentieus
Uiterlijk
- Geluid: contentieus (hulp, bestand)
- con·ten·ti·eus
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘betwistbaar’ voor het eerst aangetroffen in 1523 [1]
- afgeleid van het Franse contentieux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | contentieus | contentieuzer | contentieust |
verbogen | contentieuze | contentieuzere | contentieuste |
partitief | contentieus | contentieuzers | - |
contentieus
- ruzie, onenigheid, discussie veroorzakend; betwistbaar
- De contentieus schrijvende Van Geemert haalt onder meer de Zwarte-Pietdiscussie aan die W.F. Hermans in 1969 op het eiland voerde: ‘Ik geloof niet dat het allemaal verbeelding is, wanneer de negers denken dat deze folklore in stand gehouden wordt om hen iets te laten voelen.’ (Arjen Fortuin NRC 26 oktober 2013)
1.
- Het woord contentieus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "contentieus" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "contentieus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ contentieus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be