consumptiegroei
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·sump·tie·groei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van consumptie zn en groei zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consumptiegroei | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de consumptiegroei m
- (economie) toename van de verkoop van consumptiegoederen
- ▸ De consumentenbestedingen lagen in augustus 1,5 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar geleden. Het is de sterkste consumptiegroei in bijna 4 jaar. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag bekend.[1]
- ▸ Bij dit laatste speelt vooral het voorgenomen Belastingplan voor 2016 een belangrijke rol. De verlaging - die overigens nog door de Eerste Kamer moet - zou een gunstig effect hebben op de consumptiegroei in 2016 en 2017.[2]
Gangbaarheid
- Het woord consumptiegroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Consumenten geven flink meer uit” (Dinsdag 21 oktober 2014, 11:02), NOS
- ↑ Weblink bron “Groei economie valt volgend jaar tijdelijk terug” (Maandag 7 december 2015, 13:05), NOS