consumo
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud |
---|---|
consumo | - |
consumo m
- verbruik, consumptie (van goederen)
vervoeging van |
---|
consumar |
consumo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van consumar
vervoeging van |
---|
consumir |
consumo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van consumir
- consumo in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española