consul-generaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·sul-ge·ne·raal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord consul-generaal consuls-generaal
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de consul-generaalm

  1. (beroep) iemand die leiding geeft aan een of meer vertegenwoordigingen van een staat in het buitenland die daar verblijvende burgers van de staat advies en hulp kunnen geven
     De Poolse ambassadeur en zijn consul-generaal kwalificeerden de situatie van hun werkende landgenoten als die van een „parallelle samenleving”, waar Den Haag geen greep op heeft, en ook de indruk wekt daarin niet erg ambitieus te zijn.[1]
     Zoals die keer dat Eric in Shanghai, waar hij consul-generaal was, werd gebeld door iemand die hij nog kende van school. Die wilde hulp bij zaken in China.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 juni 2020 Weblink bron “Pak de uitbuiters van arbeidsmigranten nu eens echt aan aan” (2 april 2019) op nrc.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 juni 2020 Weblink bron
    Petra de Koning
    “Wat gebeurde er met de kinderen van wie zo veel werd verwacht?” (31 oktober 2019) op nrc.nl