conserva

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
conserver

conserva

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van conserver


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ser·va
enkelvoud meervoud
conserva conservas

Zelfstandig naamwoord

conserva v

  1. (voeding) inmaak, conserven
  2. het conserveren

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
conservar

conserva

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conservar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conservar