consensuscultuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·sen·sus·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van consensus zn en cultuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consensuscultuur | consensusculturen |
verkleinwoord | consensuscultuurtje | consensuscultuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de consensuscultuur v
- manier van samenleven die gericht is op het vinden van overeenstemming
- ▸ Na het begrotingsakkoord in Nederland spreken buitenlandse media van een kleine revolutie in politiek Den Haag. Het resultaat wordt verklaard als een gevolg van de Nederlandse consensuscultuur.[1]
- ▸ De CDA-jongeren waren feller in hun bewoordingen, maar de kritiek kwam op hetzelfde neer. Zij spraken van zelfgenoegzaamheid en een "verstikkende consensuscultuur" in de partij.[2]
Gangbaarheid
- Het woord consensuscultuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Buitenland: revolutie in Nederland” (Vrijdag 27 april 2012, 14:26), NOS
- ↑ Weblink bron “CDA-congres: afscheid van het verleden” (Zaterdag 27 november 2010, 09:06), NOS