congospitsmuizen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- con·go·spits·mui·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Congo en en spitsmuizen zn
- congospitsmuis zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | congospitsmuizen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de congospitsmuizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord congospitsmuis
- meervoudsvorm als officiële benaming (insecteneters) Congosorex een zeldzaam Afrikaans geslacht van spitsmuizen uit de onderfamilie Myosoricinae. Ze zijn het nauwst verwant aan Myosorex en Surdisorex, twee andere Afrikaanse geslachten die samen met de Congospitsmuizen de Myosoricinae vormen. Het geslacht komt voor in de Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo en Tanzania, maar is overal slechts op zeer weinig plaatsen gevonden
Hyperoniemen
- [2] spitsmuizen, insecteneters, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] congospitsmuis
Gangbaarheid
- Het woord 'congospitsmuizen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Insecteneters in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal