conglomeratie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·glo·me·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord conglomeratie conglomeraties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de conglomeratiev

  1. groep met elkaar verbonden gebouwen
     Bij de Maya-stad die in Mexico is gevonden, gaat het volgens correspondent Cees Zoon om een conglomeratie van grote gebouwen, gegroepeerd rond een aantal pleinen. "Het zal nog wel een aantal jaren duren voordat toeristen erheen kunnen", zei hij in het NOS Radio 1 Journaal.[2]
     Hij verontschuldigt zich voor het zwerfvuil dat ronddanst op de tegels van het terras. Hij vertelt over de officiële opening van Poggio Cennina (een Poggio is een conglomeratie boerderijen en schuren, Cennina is de naam van een nabijgelegen middeleeuws kasteel). Het was een geweldig feest met vierhonderd gasten, eten, drinken én vuurwerk.[3]
  2. groep bedrijven die samen in één concern zitten
     Alibaba is lang niet zo bekend als Facebook, maar het is een enorme conglomeratie van internetbedrijven waarin meer geld omgaat dan bij Amazon.com en eBay.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “"Maya-stad over het hoofd gezien"” (Dinsdag 19 augustus 2014, 11:35), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Rossi leefde na zijn carrière het échte leven: ‘Spelers als Vieri of Totti... Ik vind het helemaal niks’” (Renate Verhoofstad 10-12-20, 12:14), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Megawebwinkel Alibaba naar beurs” (Dinsdag 6 mei 2014, 23:49), NOS