confronterende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·fron·te·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | confronteren |
confronterende
- verbogen vorm van confronterend, het onvoltooid deelwoord van confronteren
- ▸ Ergens in haar achterhoofd klonk namelijk een stemmetje. Een stemmetje dat confronterende dingen zei.[1]