confidentie
Uiterlijk
- Geluid: confidentie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔɱfiˈdɛn(t)si / (4 lettergrepen)
- con·fi·den·tie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vertrouwelijke mededeling, vertrouwen’ voor het eerst aangetroffen in 1619 [1]
- confidentia "vertrouwen, zelfvertrouwen" [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | confidentie | confidenties (confidentiën) |
verkleinwoord | - | - |
de confidentie v
- vertrouwelijke mededeling
- vertrouwelijkheid
- (verouderd) vertrouwen
1.
- Het woord confidentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.