confessioneel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·fes·si·o·neel
enkelvoud meervoud
naamwoord confessioneel confessionelen
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

de confessioneelm

  1. (politiek) aanhanger van een confessionele partij
  2. (religie) orthodox lid van de Nederlands Hervormde Kerk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen confessioneel confessioneler confessioneelst
verbogen confessionele confessionelere confessioneelste
partitief confessioneels confessionelers -

Bijvoeglijk naamwoord

confessioneel

  1. (religie) overeenkomstig met, of uitgaande van een geloofsbelijdenis
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be