condoomplicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·doom·plicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord condoomplicht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de condoomplichtv / m

  1. (juridisch) (seksualiteit) de verplichting om een condoom bij zich te hebben
  2. (juridisch) (seksualiteit) de verplichting om een condoom te gebruiken bij wisselende seksuele contacten
     Zo had de wet dus geen zin, maar een wet voor de hele staat komt er dus niet: de porno-industrie zou Californië dan helemaal verlaten. En dat kan natuurlijk niet. Naast een condoomplicht zouden producenten ook moeten betalen voor SOA-tests, voorlichting en een speciaal gezondheidsplan voor de porno-sterren.[1]
     De Duitse deelstaten mogen zelf bepalen hoe ze op condoomgebruik gaan controleren en welke straffen ze uitdelen. Hoe dat precies gaat gebeuren, is nog onduidelijk. Overigens bestaat in de deelstaat Saarland de condoomplicht al langer.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2023 Weblink bron “Geen rubberplicht voor porno-sterren” (Maandag 16 september 2013, 11:25), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2023 Weblink bron “Condoomplicht voor Duitse hoerenlopers” (Woensdag 4 februari 2015, 15:56), NOS