condoleerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·do·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
condoleren

condoleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van condoleren
    • Ik condoleerde. 
    • Jij condoleerde. 
    • Hij, zij, het condoleerde.