conditietrainer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·di·tie·trai·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord conditietrainer conditietrainers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de conditietrainerm

  1. (sport) (beroep) sporttrainer die werkt aan de algemene lichamelijke fitheid van een sporter
     In april van dit jaar stond Van Heek weer voor het eerst op de latten. "Hard gewerkt met mijn eigen conditietrainer, daarna aangesloten bij het Amerikaanse skiteam. Ik ben deze zomer mee geweest op trainingskampen in Californië, Nieuw-Zeeland en Chili. De afgelopen weken zat ik in Copper Mountain in Colorado voor de laatste voorbereidingen."[1]
     Trainer Nico Kovac, bezig aan zijn eerste seizoen in Frankfurt, is belangrijk voor de club, zegt Mayer. "Hij heeft geen steen op de andere gelaten. Er kwamen veel nieuwe spelers en ook de staf is vernieuwd, tot een nieuwe conditietrainer aan toe."[2]
     "Tegenwoordig verdient een speler rond de dertigste plaats op de wereldranglijst voldoende om naast een coach ook extra mensen in dienst te nemen, zoals een fysiotherapeut of conditietrainer. Dan houd je het langer vol."[3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Van Heek maakt zaterdag rentree” (Woensdag 26 november 2014, 14:36), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Als het op penalty's aankomt, is Frankfurt favoriet in Duitse bekerfinale” (Zaterdag 27 mei 2017, 11:57), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Oud, ouder, oudst: dertigers heersen in het toptennis” (Dinsdag 4 juli 2017, 06:40), NOS