concurreerden weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·cur·reer·den weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegconcurreren

concurreerden (...) weg

  1. meervoud verleden tijd van wegconcurreren
    • Wij concurreerden weg. 
    • Jullie concurreerden weg. 
    • Zij concurreerden weg. 

Gangbaarheid