concubaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·cu·baan
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | concubaan | concubanen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de concubaan m
- mannelijke partner in een buitenechtelijke samenleving van man en vrouw
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord concubaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.