concertgebouwen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: concertgebouwen (hulp, bestand)
- IPA: / kɔnˈsɛrtxəˌbauwə(n) / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- con·cert·ge·bou·wen
Woordherkomst en -opbouw
- concertgebouw met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de concertgebouwen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord concertgebouw
Gangbaarheid
- Het woord concertgebouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.