computertechniek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pu·ter·tech·niek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computertechniek computertechnieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de computertechniekv

  1. alle elektronica die men gebruikt in computers
     Volgens onbevestigde berichten zou de man door Spanje hebben gereden in een busje vol computertechniek en antennes om frequenties te scannen. Vanuit de bus zou hij elk netwerk in Spanje hebben kunnen binnendringen.[1]
     Maar Intel produceert niet de geavanceerde chips die in de meeste apparaten zitten. En de Europese investeringen zijn een druppel op een gloeiende plaat, zegt hoogleraar computertechniek Kofi Makinwa van de TU Delft. "Alle beetjes helpen", zegt hij. "Maar het is een beetje."[2]
  2. wetenschap op het grensvlak van elektronica en informatica
  3. informatica
     Tot dusverre werd het aantal slachtoffers geschat, maar een nieuwe studie maakt gebruik van nieuwe gegevens en een nieuwe computertechniek.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron “"Nederlander hackte vanuit bunker"” (Maandag 29 april 2013, 19:41), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron “Op chipgebied domineert Taiwan, en dat kan nu tot problemen leiden” (Dinsdag 9 augustus 2022, 07:00), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron “Tweemaal zoveel malariadoden” (Vrijdag 3 februari 2012, 04:14), NOS