computermaker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pu·ter·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computermaker computermakers
verkleinwoord computermakertje computermakertjes

Zelfstandig naamwoord

de computermakerm

  1. bedrijf dat computers maakt
     De computermaker heeft eerder een forse afschrijving moeten doen op een aankoop van een bedrijf. In 2009 kocht HP een adviesbedrijf dat later minder winstgevend bleek dan bij de aankoop werd voorgespiegeld.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron “Miskoop kost HP miljarden” (Dinsdag 20 november 2012, 15:23), NOS