computerkosten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pu·ter·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computerkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de computerkostenmv

  1. geld dat nodig is voor het gebruik van computers
     De SP'ers Dennis de Jong en Anne-Marie Mineur maken het minst gebruik van de onkostenvergoeding. Desgevraagd geven ze gedetailleerd aan welke kosten ze wel maken, vooral voor telefoon- en computerkosten en kantoorbenodigdheden. Het geld dat ze overhouden, voor Mineur zo'n 45.000 euro per jaar, storten ze terug naar het Europees Parlement.[1]
     Medewerkers van Romney lieten hun e-mails deleten van centrale servers en kochten hun harde schijven over van de overheid om geen sporen achter te laten. Omdat daarvoor een leasecontract opengebroken moest worden, was de staat zo'n 75.000 euro meer kwijt aan computerkosten.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Europarlementariërs schimmig over miljoenen aan onkostenvergoedingen” (Woensdag 31 mei 2017, 05:59), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Romney wiste digitale data met belastinggeld” (Dinsdag 6 december 2011, 05:17), NOS