compromitteerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pro·mit·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
compromitteren

compromitteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van compromitteren
    • Ik compromitteerde. 
    • Jij compromitteerde. 
    • Hij, zij, het compromitteerde.