compost

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

composthoop
compost
Uitspraak
Woordafbreking
  • com·post
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘meststof’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van het Latijnse compositus (met het voorvoegsel com-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord compost -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

compost m/o [3] [4]

  1. is het residu dat ontstaat na ontbinding van organisch materiaal (d.w.z. van plantaardige of dierlijke oorsprong)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

compost

  1. compost m ; is het residu dat ontstaat na ontbinding van organisch materiaal (d.w.z. van plantaardige of dierlijke oorsprong).


Frans

Zelfstandig naamwoord

compost

  1. compost m ; is het residu dat ontstaat na ontbinding van organisch materiaal (d.w.z. van plantaardige of dierlijke oorsprong).


Italiaans

Zelfstandig naamwoord

compost

  1. compost m ; is het residu dat ontstaat na ontbinding van organisch materiaal (d.w.z. van plantaardige of dierlijke oorsprong).


Spaans

Zelfstandig naamwoord

compost

  1. compost m ; is het residu dat ontstaat na ontbinding van organisch materiaal (d.w.z. van plantaardige of dierlijke oorsprong).