composietmateriaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  composietmateriaal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• com·po·siet·ma·te·ri·aal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  composiet zn  en  materiaal zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	composietmateriaal	composietmaterialen
verkleinwoord	composietmateriaaltje	composietmateriaaltjes

Zelfstandig naamwoord

1. een samengesteld materiaal dat is opgebouwd uit verschillende componenten
   (wikidata: composietmateriaal )

Synoniemen

• composiet

Vertalingen

    een samengesteld materiaal dat is opgebouwd uit verschillende componenten   

Albanees: material kompozit (sq) Arabisch: مادة مركبة (ar) Baskisch: material konposatu (eu) Catalaans: material compost (ca) Chinees: 复合材料 (zh) Deens: kompositmateriale (da) Duits: Verbundwerkstoff (de) Engels: composite material (en) Estisch: komposiitmaterjal (et) Fins: komposiittimateriaali (fi) Frans: composites multicouches (fr) Hebreeuws: חומר מרוכב (he) Italiaans: materiale composito (it) Japans: 複合材料 (ja) Koreaans: 복합 재료 (ko) Lets: kompozītmateriāli (lv)

Macedonisch: композитен материјал (mk) Nynorsk: kompositt (nn) Oekraïens: композиційний матеріал (uk) Pools: materiał kompozytowy (pl) Portugees: Compósito de várias camadas (pt) Roemeens: material compozit (ro) Russisch: композиционный материал (ru) Servisch: Cyrillisch: композитни материјал (sr) Sloveens: Kompozit (sl) Slowaaks: kompozitný materiál (sk) Spaans: material compuesto (es) Turks: kompozit malzemeler (tr) Zweeds: kompositmaterial (sv)

Gangbaarheid

• Het woord composietmateriaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.