compactcamera

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

compactcamera
Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pact·ca·me·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord compactcamera compactcamera's
verkleinwoord compactcameraatje compactcameraatjes

Zelfstandig naamwoord

de compactcamerav / m

  1. (fotografie) een fotocamera met een vast objectief
     Steeds minder mensen fotograferen nog met een traditionele compactcamera. Een smartphone is immers ook heel geschikt voor het maken van kiekjes, terwijl hij bovendien nog compacter is én meer functionaliteit heeft.[1]
     De cursus is bedoeld voor leergierige beginners en hobbyfotografen. Laagdrempelig, praktisch en vooral erg leuk. Je hebt geen duur fototoestel nodig. Een spiegelreflex- of compactcamera zou mooi zijn, maar de camera op je smartphone volstaat ook.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 november 2021 Weblink bron “Met deze budget-smartphones tot 250 euro schiet je de beste foto's” (15-12-2019), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 november 2021 Weblink bron
    Rob Wissink, Anne Grundel
    “Stuur hier je foto in voor de eerste weekopdracht van De Fotoacademie: maak een portret” (15-04-2021), Tubantia