communicatienetwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mu·ni·ca·tie·net·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord communicatienetwerk communicatienetwerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het communicatienetwerko

  1. een groep apparaten en voorzieningen die het contact tussen verschillende personen en groepen personen verzorgt
     Een illegale radiozender uit Fluitenberg bij Hoogeveen heeft het vliegverkeer bij Lelystad Airport verstoord. Piloten konden elkaar niet meer horen, maar luisterden ineens naar muziek. Ook het C2000-communicatienetwerk van politie, brandweer en ambulance had last van de etherpiraat.[1]
     "Betrouwbare en hoogwaardige communicatienetwerken zijn essentieel voor menselijk leven op het maanoppervlak", zegt het hoofd techniek van Nokia.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Zenderpiraat stoort piloten en politie” (24-07-2020), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Nokia kondigt mobiel netwerk op de maan aan” (MA 19 OKTOBER 2020), NOS