colloïdaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·loï·daal, col·lo·idaal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen colloïdaal colloïdaler colloïdaalst
verbogen colloïdale colloïdalere colloïdaalste
partitief colloïdaals colloïdalers -

Bijvoeglijk naamwoord

colloïdaal

  1. (medisch) betreffende een vloeibare oplossing met kleine deeltjes erin
  2. (scheikunde) betreffende een colloïde, een fijne dispersie van de ene fase in de andere
Vertalingen

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be