collisie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·li·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘botsing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1669 [1]
- afgeleid van het Franse collision (met het voorvoegsel col-) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | collisie | collisies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- botsing, strijd, conflict
- strijdigheid van regels
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord collisie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "collisie" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "collisie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ collisie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be