collimator

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  collimator    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌkɔliˈmatɔr / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• col·li·ma·tor

Woordherkomst en -opbouw

• van Engels collimator, aangetroffen vanaf 1837

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	collimator	collimatoren collimators
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de collimator m

1. (natuurkunde) toestel om licht, andere elektromagnetische straling of elementaire deeltjes zo af te buigen dat ze een evenwijdige bundel vormen

   ▸ De neutronen worden via een collimator (een stel spleten dat voor een evenwijdige bundel zorgt) van opzij in de val gemikt (…).

Vertalingen

    1.   

Duits: Kollimator (de) m Engels: collimator (en) Frans: collimateur (fr) m

Italiaans: collimatore (it) m Spaans: colimador (es) m

Verwante begrippen

• lichtvizier

Gangbaarheid

• Het woord collimator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "collimator" herkend door:

18 %	van de Amerikanen;
21 %	van de Britten.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈkɑləˌmeɪdər/

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van collimate met het achtervoegsel -or, in 1825 geïntroduceerd door de Engelse uitvinder, Henry Kater (1777-1835) in het wetenschappelijke tijdschrift Philosophical Transactions of the Royal Society

enkelvoud	meervoud
collimator	collimators

Zelfstandig naamwoord

collimator

1. (natuurkunde) collimator

Overerving en ontlening

• Nederlands: collimator