collegepartij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·le·ge·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord collegepartij collegepartijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de collegepartijv

  1. partijen die in het gemeentebestuur deelnemen in het college van burgemeester en wethouders
    • De Amsterdamse collegepartijen GroenLinks, PvdA en D66 zijn blij met de komst van Femke Halsema als burgemeester van de hoofdstad. Voor het eerst krijgt Amsterdam een GroenLinks-politica aan het roer. „We hebben heel lang goede PvdA-burgemeesters gehad, maar nu is het een andere tijd”, reageerde PvdA-fractievoorzitter Sofyan Mbarki. [1] 
    • Een aantal oppositiepartijen wil daarom een eigen politiek onderzoek naar de rol van de politie en burgemeester Krikke. „Maar het is aan politie en justitie om dit te onderzoeken”, zeggen collegepartijen D66 en GroenLinks. [2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen