colitis

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  colitis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• co·li·tis

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Latijnse colon (darm) met het achtervoegsel -itis

Zelfstandig naamwoord

colitis

1. (medisch) ontsteking van de dikke darm

Afgeleide begrippen

• colitis ulcerosa

Vertalingen

    1. ontsteking van de dikke darm   

Engels: colitis (en)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord colitis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.