cognitief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cog·ni·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen cognitief cognitiever cognitiefst
verbogen cognitieve cognitievere cognitiefste
partitief cognitiefs cognitievers -

Bijvoeglijk naamwoord

cognitief

  1. met betrekking tot het leerproces, (kennen)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

weten, kennen, kennis, leren, waarnemen, herinneren, denken, interpreteren, geloven, probleem-oplossen, cognitieve dissonantie, cognitieve psychologie

Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be